Libellen zijn amfibisch. De larve leeft in het water en vervelt een aantal keer terwijl ze groeit. Eenmaal groot verlaat de larve het water en vervelt een laatste keer. De huid barst open en de libelle sluipt eruit (zoals dat wordt genoemd; libellen verpoppen dus niet). Ze strekt het achterlijf en vleugels en als deze zijn uitgehard vliegt ze weg.
Hier zie je een serie foto’s van dit fascinerende proces, waargenomen in het Hoosden.





Om welke libellensoort het hier gaat durf ik niet te zeggen. Verse dieren hebben vaak nog niet de kleuren van volgroeide exemplaren.