Mooi is het om eens ’t Hoosden van een afstand te bekijken. Vanuit de Linnerheide viel ons vrijdagavond pas op dat mooie bollen in de bomen zitten. Nee, geen bollen van klimop. De klimop is deze bomen langzaam aan ’t wurgen.
Bij nadere inspectie met onze verrekijker zien we dat het maretakken zijn. Diverse populieren op de steilrand hebben die bollen. Ze zitten vooral hoog in de boom maar verder op zitten er net boven de struikenlaag.

Maretakken zie je heel veel in Zuid-Limburg. Maar in de rest van het land komen ze beduidend minder voor. Een maretak wordt door vogels verspreid. Hij groeit op bomen met zacht hout. De Canadese Populier is de meest geziene boom met maretakken, maar soms zitten ze ook in acacia’s of appelbomen.
Zo zie je maar weer, je blijft altijd ontdekken in de natuur. Af en toe blikveld veranderen is goede zaak. We hebben al heel vaak het paadje op de steilrand gelopen. Je ziet dan het mooie broekbos, voorjaarsbloeiers, of het glooiende landschap van de Linnerheide. Maar van een afstand de rand bekijken levert ook nieuwtjes op.
Een Maretak is een halfparasiet, die een deel van haar voedsel zelf produceert. Haar bladeren bevatten namelijk net als de meeste andere planten bladgroen en dus kan ze met behulp van zonlicht suikers maken. Voor de verzorging met water en voedingsstoffen is ze echter aangewezen op haar gastheer. Met kleine worteltjes boort ze de sapstroom van de gastheer aan en gebruikt een deel van hetgeen de gastheer eigenlijk zelf nodig heeft. Nu is het in een grote boom helemaal geen probleem als er één of enkele Maretakken in groeien.