Op de foto zien jullie 2 oranjetipjes. Het witte vrouwtje en het mannetje met de oranje vleugeltipjes. De afgelopen weken heb ik deze vlinders meermalen waargenomen in Het Hoosden maar overdag zijn ze lastig te fotograferen omdat ze nauwelijks lang stil zitten. In de ochtend doen ze dat wel omdat de dauw op hun vleugels voorkomt dat ze al gaan vliegen. Maar ze dan vinden op hun waardplant, de pinksterbloem, is eveneens lastig. Dan maar eens tegen de avond op zoek en met succes. De diertjes blijven nu wat langer zitten waardoor je ze beter kunt observeren en fotograferen. Met dichtgeklapte vleugels zijn het ware kunstobjecten.
Oranjetipjes (Pieridae / Anthocharis cardamines) vliegen van half april tot eind mei. Het vrouwtje, zo heb ik ook waar genomen, gaat vaker op de waardplanten nectar drinken dan het mannetje. Naast de pinksterbloem is ook look zonder look een waardplant voor het oranjetipje. Waar deze planten te vinden zijn langs beschutte plaatsen in vochtige hooilanden en zonnige bosranden kun je deze dagvlinder uit de familie van de witjes (Pieridae) tegen komen.
De waardplanten worden gebruikt om de eitjes op af te zetten. De rups eet van de waardplant maar verlaat deze als hij zich gaat verpoppen. Hij zoekt daarvoor een boom of struik op en rond een stengel worden draden gesponnen, waarna hij zich van onder naar boven stevig inspint. Op die manier overwinterd hij om in april zich als vlinder weer te tonen.
